survival3klein

Wat leer je bij Zwemvaardigheidsdiploma Survival 3

Met kleding zoals beschreven onder ‘Kledingpakket Survival 3’

3.1 Van de kant of startblok te water gaan met een rol voorwaarts, vervolgens achter elkaar één rol voorover, één rol achterover, één rol voorover en één rol achterover maken, doorzwemmen tot 25 meter, proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen.

Essentie is het tonen van een sprong voorwaarts, waarbij helemaal onder water wordt gegaan, het overbruggen van een afstand met kleding aan en oriënteren onder water, waarbij na de eerste rol achterover eenmaal geademd mag worden.

3.2 Van de kant of startblok te water gaan met een sprong voorwaarts gaan), watertrappend de schoenen, de regenjas en de trui uittrekken, schoenen en trui laten vallen, vervolgens 1 minuut drijven door gebruik te maken van de regenjas, aansluitend 30 seconden watertrappen met verplaatsen voorwaarts en achterwaarts met gebruik armen, idem met gebruik alleen benen, proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen.

Essentie is het tonen van een sprong voorwaarts, waarbij helemaal onderwater wordt gegaan, het kunnen ontdoen van ballast in het water, kunnen blijven drijven door gebruikt te maken van een hulpmiddel en het hoofd boven water houden zonder te verplaatsen.
In badkleding en met lange (spijker)broek en shirt met lange mouwen

3.3 Van de kant in het water laten zakken, op de rug onder water zwemmen onder een liggend zeil (minimaal 4 meter uit de kant) door, door het gat in het zeil boven komen, proef afronden door onder water zakken en op de rug onder het zeil uit zwemmen.

Essentie is onderwateroriëntatie in rugligging.

3.4 Van de kant in het water laten zakken, onder water zwemmen door een gat in een verticaal hangend zeil dat zich op 12 meter van de kant bevindt, aansluitend 75 meter borstslag zwemmen, aansluitend over een afstand van 25 meter alleen of samen met een vriendje, een vriendje op een vlot vervoeren.

Essentie is onderwateroriëntatie, het verplaatsen over een afstand met het hoofd boven water en het verplaatsen van een voorwerp over een afstand met hulp van een vriendje, waarbij alleen met de benen wordt gezwommen en het vlot niet wordt losgelaten.

3.5 In het water, afzetten van de wand, 75 meter rugwaarts zwemmen, onderbroken door 1 keer naar de bodem zakken (minimaal 2 meter diep), schoen van de bodem rapen en meenemen, vervolgens een touw vastpakken (met één hand) en via het touw (7 meter lengte) naar boven komen.

Essentie is verplaatsen in rugligging, richting bodem gaan waarbij de voeten eerst gaan, onderwateroriëntatie en het verplaatsen over een afstand in rugligging via een touw.

3.6 Van de kant in het water laten zakken met geblindeerde zwembril, ongeveer 8 meter onder water zwemmen, minimaal één voorwerp van de bodem oprapen en boven water tonen.

Essentie is het verplaatsen over een afstand onder water zonder dat je iets kan zien.

3.7 Van de kant in het water laten zakken, 15 meter borstwaarts zwemmen met hoofd boven water, hoekduik maken en een pop opduiken (minimaal 2 meter diep), vervolgens de pop vervoeren in de kopgreep over een afstand van 5 meter.

Essentie is een afstand borstwaarts overbruggen met het hoofd boven water, onderwateroriëntatie en het verplaatsen van een pop over een afstand.

3.8 Met een hurksprong te water gaan en met behulp van een hulpmiddel (plank, flexibeam) naar een vriendje zwemmen, hulpmiddel aanreiken en vriendje vervoeren naar de kant over een afstand van 10 meter.

Essentie is het uitvoeren van een natte redding, waarbij contact wordt gemaakt met de drenkeling, gebruik wordt gemaakt van een hulpmiddel en de drenkeling verplaatst wordt over een afstand.